w74 varrock ( treintje gertjaars)

vanroy0 schreef:Papa (brengen) brengt mij vandaag naar het feestje van mijn vriendin José. José (worden) wordt vandaag 12 jaar. Ik (zien) zie dan ook zijn tweelingsbroer, Jos. Ik (vinden) vind Jos een toffe kerel. Ze (troosten) troosten me altijd als ik verdriet heb en hij (spelen) speelt met mij als José er niet is. Papa (zeggen) zegt dat ik verliefd ben op hem ! Ik (worden) word dan meestal boos en mijn gezicht (kleuren) kleurt helemaal rood. Mijn broer Bert (plagen) plaagt me wel eens met Jos.
Nu naar het feest. De papa van José (zetten) zet een prachtige taart op tafel.
"(snijden) Snijd jij de taart in stukjes, Jos ?" (vragen) vraagt vader; De kaarsjes (worden) worden aangestoken en José blaast ze in één keer uit. Het stuk taart (smaken) smaakt lekker. "(krijgen) Krijg ik nog een stuk taart, meneer?" (vragen) vraag ik beleefd. "U (bakken) bakt echt heerlijke taarten." Hij (leggen) legt een groot stuk taart op mijn bord. Ik (beginnen) begin vol goede moed, maar algauw (vertragen) vertraagt mijn tempo. Ik (krijgen) krijg het stuk helemaal niet op. Ik (voelen) voel me belachelijk. Wat (moeten) moet José wel van mij denken ?
De papa van Jos (maken) maakt er gelukkig geen probleem van. Ik (proberen) probeer beleefd te zijn en (bieden) bied mijn verontschuldigingen aan.
Na de taart (brengen) brengt de vader van José een bord met een stapel pannenkoeken.
Ik (denken) denk bij mezelf :"Ik (eten) eet niet te veel, dat is het veiligste."
Iedereen (smullen) smult van de pannenkoeken. Jos (zitten) zit naast me en we (lachen) lachen veel. Op een bepaald moment (vragen) vraagt Jos mij of ik hem de siroop (willen) wil aangeven. Hoe het (komen) komt, (weten) weet ik niet, maar op een of andere manier (stoten) stoot ik met mijn elleboog tegen het melkkannetje !
De melk (belanden) belandt op de nieuwe broek van Jos. Jos (roepen) roept en (tieren) tiert :"Mijn nieuwe broek is naar de vaantjes !" Hij (beginnen) begint onmiddellijk te huilen. De papa van José (aanvaarden) aanvaardt zonder problemen mijn knoeiwerk. Toch (voelen) voel ik mij een grote kluns en een stuk onbenul. Het voorval (verpesten) verpest de rest van de dag.
's Avonds (rijden) rijdt de mama van José mij naar huis. Ik (kruipen) kruip onmiddellijk in bed. Ik (bidden) bid dat ik zo'n dag nooit meer (hoeven) hoef mee te maken. Jos (willen) wil allicht nooit meer van mij weten.
Een week later (zenden) zendt Jos mij een brief. Hij (schrijven) schrijft dat hij nu (moeten) moet lachen met het voorval en hij (vragen) vraagt of ik (komen) kom spelen. "(beantwoorden) Beantwoord je vlug mijn briefje ?" (schrijven) schrijft hij. De wereld (zien) ziet er plots weer rooskleurig uit.
LOL ALS JE DEZE TEKST HEBT GELEZEN DAN WEET JE HOE LEUK EEN VERJAARDAGSFEEST IS